Leraar spreekt tussentaal om te scoren bij leerling


Tussentaal spreken tijdens de lesuren? Vlaamse leerkrachten doen het vaker wel dan niet, zo blijkt uit nieuw onderzoek van de UGent. Voornaamste reden is dat ze dichter bij de student willen staan.

"Tussentaal is perfect normaal", stelt onderzoeker Steven Delarue (UGent). Voor zijn doctoraat observeerde en ondervroeg hij 82 leerkrachten uit het basis- en het secundair onderwijs. "Vaak gebruiken leerkrachten het onbewust. Ze krijgen tijdens een les met tientallen verschillende situaties te maken, waarvoor ze snel moeten wisselen van taalgebruik. Zo kan een stuk theorie uitgelegd worden in iets wat bij het Algemeen Nederlands aanleunt, terwijl in de aparte uitleg tegen een student die iets niet begrijpt wel eens tussentaal of zelfs een woordje dialect sluipt. Leerkrachten weten dat standaardtaal belangrijk is, maar beseffen dat ze het niet altijd gebruiken." Volgens het onderzoek kent slechts 11 procent van de Vlaamse leerkrachten de aanbeveling om tijdens de lessen Algemeen Nederlands te spreken. Dat beleid dragen de meeste scholen nochtans uit in hun reglement, iets wat voormalige sp.a-ministers voor Onderwijs Frank Vandenbroucke en Pascal Smet duidelijk omschreven in hun talenbeleidsnota: in de klas was er enkel ruimte voor Standaardnederlands. Daarop hamert huidig minister Hilde Crevits (CD&V) in haar beleidsnota niet.

Arrogant

De ondervraagde leerkrachten gaven verschillende redenen aan waarom ze geen Standaardnederlands in de klas gebruiken: ze zijn bang dat de leerling hen uitlacht, denken dat het arrogant overkomt of vinden hun manier van lesgeven belangrijker dan standaardtaal spreken. "De meest voorkomende reden was echter dat de leerkracht wel een voorbeeldfunctie wil, maar ook dicht bij de student wil staan", zegt Delarue. Volgens hem heeft het gebruik van tussentaal dan ook geen negatieve gevolgen voor de student. "Veel leerkrachten spreken naturel Standaardnederlands, maar iemand die daar zijn uiterste best voor moet doen, let wellicht minder op de inhoud en vorm van zijn les. Dat merkt de leerling en komt de les niet ten goede." Delarue stelt dan ook een open taalbeleid voor. "Momenteel staat het beleid heel negatief tegenover alles wat tussentaal of dialect is. Maar elke vorm van Nederlands heeft nut in een bepaalde situatie - ook op school. Er zijn belangrijkere dingen dan het gebruik van tussentaal tijdens de les: de inhoud bijvoorbeeld, of de toename van het aantal anderstaligen in Vlaamse scholen."

Misbruik melden Meer informatie